Vertalingen aan de dijk zetten NL>DE
aan de dijk zetten (ww.) | abdanken (ww.) ; ausrangieren (ww.) ; entheben (ww.) ; Entlassen (ww.) ; feiern (ww.) ; suspendieren (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `aan de dijk zetten`

Voorbeeldzinnen laden....